11 controles voor uw auto voordat u op vakantie gaat!

Vakantieperiodes houden vaak reizen over lange afstanden in. Het maakt niet uit waar u heen gaat, u moet voorzorgsmaatregelen nemen voordat u de weg opgaat. Hier zijn een aantal adviezen om veilig te rijden en uw reis zonder problemen te beginnen!

Rich text

1 - CONTROLEER EN REINIG UW RUITENWISSERS

Ze zijn essentieel in geval van hevige regenval of gewoon om vuil te verwijderen. Verschillende signalen kunnen erop wijzen dat u uw ruitenwissers moet vervangen: als u ziet dat ze moeilijk glijden, wrijvingsgeluiden of ongewone bewegingen maken... Soms is het voldoende om ze met een doek te reinigen. U kunt uzelf kosten en problemen besparen!

 

2 - CONTROLEER UW KOPLAMPEN

Koplampen, dim- en achterlichten moeten gecontroleerd worden voordat u op vakantie vertrekt. Ze maken het mogelijk om te zien en gezien te worden en vooral om veilig te rijden. Vraag een familielid of buurman om hulp bij het controleren.

 

3 - CONTROLEER UW VOORRUIT

Als u barstjes vaststelt en denkt dat deze ernstig kunnen zijn, vraag het dan bij uw volgende bezoek aan uw Point S-monteur. Het is belangrijk diepe barsten te herstellen, want deze kunnen zeer gevaarlijk zijn. 

 

4 - CONTROLEER DE STAAT EN SPANNING VAN UW BANDEN

Er zijn 3 belangrijke elementen waarmee u rekening moet houden bij het controleren van uw banden:

  • De bandenspanning moet voor elke lange rit worden gecontroleerd. Aanbevolen wordt om dit koud te controleren zodat de warmte geen invloed heeft op het aflezen. De juiste bandenspanning bespaart brandstof en beperkt bandenslijtage. 
  • De profieldiepte van het loopvlak moet groter dan 1,6 mm zijn. Minder diep maakt uw banden onbetrouwbaar waardoor het risico op ongelukken toeneemt. 
  • Controleer de uitlijning en balans van uw banden

 

Het is raadzaam om uw banden iedere 5000 km te controleren. 

 

5 - CONTROLEER UW RADIATOR

In de zomer kan oververhitting van de motor door de radiator of vloeistoflekkage worden veroorzaakt. Als u uw auto stopt en u ziet dat er een groene, oranje of gele vloeistof uit uw auto komt, betekent dit dat er een lekkage van koelvloeistof aan de hand is. U moet dit probleem absoluut oplossen voordat u een lange afstand aflegt. 

 

6 - CONTROLEER HET PEIL VAN IEDERE VLOEISTOF IN UW AUTO

Olie, koelvloeistof (voor de airconditioning) en ruitenwisservloeistof moeten worden gecontroleerd. Gebrek aan olie kan de motor beschadigen en gebrek aan koelvloeistof kan de airconditioning beschadigen. Deze reparaties zijn erg duur, daarom raden wij u aan ze regelmatig te controleren om onnodige kosten te vermijden. 
De stuurbekrachtigingsvloeistof en transmissievloeistof moeten ook worden gecontroleerd. Als u moeite hebt met het draaien van uw voertuig en uw stuur flink trilt als u stopt, betekent dit dat de stuurbekrachtigingsvloeistof moet aangevuld worden. De transmissievloeistof moet ook worden gecontroleerd, vooral als uw auto veel kilometers op de teller heeft staan. 

 

7 - CONTROLEER DE AANDRIJFRIEM

Het verwisselen van de aandrijfriem is niet buitensporig duur, maar het repareren van schade veroorzaakt door een kapotte aandrijfriem is veel duurder. De riem moet om iedere 75.000 km en iedere 130.000 km door een ervaren persoon gecontroleerd worden. 

 

8 - CONTROLEER UW UITLAATPIJP EN ROEST

Als u zachte geluiden hoort wanneer u door een kuil rijdt, is uw uitlaatpijp mogelijk losgeraakt. Dit kan meestal door middel van eenvoudig laswerk hersteld worden. Let op roest als u onder uw voertuig kijkt. Roest dat al lange tijd aanwezig is, kan bepaalde onderdelen van uw voertuig beschadigen. Als u niet zeker bent, laat uw auto dan door een erkend centrum controleren. 

 

9 - CONTROLEER UW REMMEN

Ze zijn levensbelangrijk voor uw veiligheid en die van andere chauffeurs. Als u tijdens het remmen het gevoel hebt dat uw remafstanden langer zijn dan normaal, vooral bij regen, moet u uw auto onmiddellijk laten controleren. De remmen moeten gewoonlijk om de 6 maanden worden gecontroleerd. 

 

10 - CONTROLEER UW ACCU EN TEKENEN VAN CORROSIE

U kunt uw accu controleren met een multimeter. De accuspanning moet liggen tussen 12,5 V voor een 100%-lading en 14,5 V als de motor draait. Een 12V-spanning staat gelijk aan een 25%-lading. Dit betekent dat u de accu moet vervangen. Er kunnen verschillende signalen zijn die aangeven dat u uw accu moet vervangen: 

  • Uw voertuig start langzaam of moeilijk
  • Een geur van rotte eieren (zwavel) die uit een lek afkomstig is
  • Elektrische uitrusting werkt niet goed

 

Als u niet zeker bent, vraag het dan aan uw Point S-monteur. Het advies is om de accu om de 3 maanden te controleren. 

 

11 - CONTROLEER UW NOODUITRUSTING

Verbanddoos, reservebanden, flitslampen en ander gereedschap moeten aanwezig zijn en in goede staat verkeren. Controleer ook of al uw papieren up-to-date zijn. 

Als u alles hebt gecontroleerd, kunt u in alle rust en veiligheid vertrekken! 
Geniet van uw vakantie!

 

Neem voor meer informatie en advies contact op met uw dichtstbijzijnde Point S-dealer!